Engelse stad, hoofdstad van de county Norfolk, aan de Wensum, 122000 inw. Handelscentrum met belangrijke graan- en veehandel.
Industrie: schoenen, babyvoeding, meubelen, stijfsel, mosterd, machinerieën, chocolade, looierijen. Norwich is rijk aan (anglicaanse) kerken; de kathedraal is grotendeels in Normandische stijl (begin 12e eeuw voltooid). Van het slot met wallen en een gracht rest de Normandische toren, thans museum. De stad bezit vele merkwaardige gebouwen: de Guildhall (met historische verzameling), de Strangers’ Hall (16e eeuw, museum van volkskunde) en Suckling House (14e eeuw). De grootste bloei had Norwich in de 14e-15e eeuw. Door de komst van Vlaamse arbeiders kreeg Norwich in de 16e eeuw een belangrijke lakenindustrie.