Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

nootje

betekenis & definitie

[Lat. nux], o. (-s),

1. kleine noot;
2. (ook: dopvrucht), (plantkunde) droge vrucht waarvan de zaadhuid van het zaad niet met de vruchtwand vergroeid is en die niet openspringt; ben. voor een achenium;
3. (mijnbouw) ben. voor kleine steenkolen van 6-120 mm;
4. nootmuskaat.

< >