Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

non senspoëzie

betekenis & definitie

v. (g. mv.), lichtvoetige vorm van poëzie, waarin de dichter in de eerste plaats absurde of kolderieke effecten nastreeft.

In nonsenspoëzie hoeft een dubbele, ernstige bodem niet te ontbreken. Grootmeesters in het genre zijn Lewis Carroll (The hunting of the snark, 1876) en Christian Morgenstern (Galgenlieder, 1905 en Palmström, 1910). In Nederland o.a. Cees Buddingh’ in Gorgelrijmen (1953) en Daan Zonderland in Volksliedjes uit Zaandonderland (1971).

< >