Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Nole, (Colijns) de

betekenis & definitie

geslacht van beeldhouwers dat in de 16e-17e eeuw te Kamerijk, Utrecht en Antwerpen gevestigd was. Het meest bekend is de Antwerpse tak van de familie.

Het atelier aldaar was samengesteld uit de gebroeders Jan (Hans; *ca.l565 Utrecht, 414.9.1624 Antwerpen) en Robert (Robrecht; *ca,1568 Utrecht, ♱19.7.1636 Antwerpen), zonen van de Utrechtse beeldhouwer Jacob Colijns de Nole (*ca. l535 Utrecht, ♱18.3.1601 Utrecht). Na het overlijden van Jan werd diens werk in het atelier voortgezet door zijn zoon Andries (*2.12.1598 Antwerpen, ♱27.10.1638 Antwerpen). Werken: uit het atelier van Robert en Jan: grafmonument voor aartshertog Ernst van Oostenrijk in de Sint-Michielskathedraal te Brussel (1601-08), hoogaltaar in de kathedraal van Antwerpen (bekend door een 17e-eeuwse gravure), apostelbeelden in de Sint Romboutskerk te Mechelen (ca. 1630); uit het atelier van Robert en Andries: hoogaltaar en beeldenreeks in de bedevaartskerk te Scherpenheuvel (1622), versiering van de Onze-Lieve-Vrouwekapel in de Sint-Carolus Borromeuskerk te Antwerpen (1635-38).

LITT. M.Casteels, De beeldhouwers de Nole te Kamerik, te Utrecht en te Antwerpen (1961).

< >