(vroeger: Kafiristan), landschap in Afghanistan, omvattend het gebied van de zuidelijke Hindoe-Koh tot aan de grens van Chitral. Ontoegankelijk hooggebergte dat veel neerslag kent en in de hoogste delen met grote, dichte bossen bedekt is.
Hier vindt men nog de Himalajaceder; steenbokken, sneeuwluipaarden, beren en lammergieren leven er in grote aantallen. De geringe bevolking leeft er van landbouw (terrascultuur, hoger alpenbedrijf). De hoge passen van de Hindoe-Koh kennen nog een druk dragersverkeer. De exploitatie van de bossen wordt ter hand genomen.