(nivelleerde, heeft genivelleerd),
1. vlak, gelijk maken (van horizontale grondwerken);
2. gelijk maken, op een zelfde peil brengen, eenvormig maken: onze tijd die zoveel mogelijk alles nivelleert; het nivelleren van de inkomens;
3. (gew.) met het waterpas afmeten: metselwerk nivelleren.