Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Nîmes

betekenis & definitie

Franse stad, hoofdstad van het dep. Gard, aan de voet van een uitloper van de Cévennes, 140000 inw. (stadsgebied).

Nîmes is een grote wijnmarkt. De industrie omvat: machinebouw, elektrotechnisch materieel, textiel, schoeisel, chocolade enz. De textielindustrie dateert uit de 17e eeuw. Kleine luchthaven. De stad bestaat uit een oude kern met nauwe straten, door een ring van boulevards gescheiden van de nieuwe stadsdelen met brede straten. Het centrum van het oude stadsdeel is de kathedraal (gedeeltelijk 11e—12e eeuw, romaans).

In het noordwesten van de oude stadskern staat het Maison Carrée, één der mooiste Romeinse tempels die bewaard zijn (met 30 Korinthische zuilen), thans Musée des Antiques. Aan de zuidzijde van de stadskern bevindt zich de arena, een Romeins amfitheater, gebruikt voor stierengevechten en voor toneelvoorstellingen. Van de oude ommuring is nog over de Porte d’Auguste (16 v.C.). Buiten de stadskern bevinden zich nog verschillende Romeinse gebouwen: Tour Magne op de Mont Cavalier (met parkaanleg), de tempel van Diana; bij Remiremont het imposante aquaduct (Pont du Gard). Van de openbare gebouwen moeten genoemd worden het Musée des Beaux Arts (schilderijen), het Archeologisch Museum, waarin het natuurhistorisch museum is ondergebracht, en de bibliotheek (90000 delen, 681 handschriften). Nîmes heeft o.a. een lyceum en is de zetel van de Académie du Gard.Nîmes, oorspronkelijk een Keltische plaats, werd in 121 v.C.

Romeins. Het droeg toen de naam Nemausus en was in de 2e en 3e eeuw een der belangrijkste en fraaiste steden van Gallië. In de 16e eeuw werd Nîmes een der voornaamste centra van de Franse hugenoten.

< >