(Fr.: Nivelles), Belg. stadje en arrondissementshoofdplaats in de prov. Brabant, 60,60 km2, 19 640 inw. (40 % van de actieve woonbevolking pendelt).
Het landbouwareaal (leemgronden) bestaat uit grasland en akkerland (graan, suikerbieten en vlas). De tewerkstelling ligt voor 50 % in de secundaire en voor 50 % in de tertiaire sector. Er zijn twee grote bedrijven (metaal-en spoorwegmaterieelconstructie en papier), enkele middelgrote (magnetische registreerbanden, industriële koppelingen) en een reeks kleinere bedrijven (confectie, papiermachines, auto-onderdelen). Bezienswaardig zijn het Parc de la Dodaine (1818), de Tour Simone (11e eeuw), de romaanse collegiale kerk van Sint-Geertrui (1046), het oudheidkundig museum, een laatgotisch klooster (16e eeuw) en de Perronfontein (16e eeuw).Nijvel werd op 1.1.1977 uitgebreid met Baulers, Bornival, Montreux en Thines.
GESCHIEDENIS.
Nijvel ontwikkelde zich als hoofdstad van Waals-Brabant rond een abdij, in de 7e eeuw gesticht door Itta, de weduwe van Pippijn van Landen. De naar hun dochter, de heilige Gertrudis, genoemde 11e-eeuwse collegiale kerk, die boven kleinere Merovingische en Karolingische kerken werd gebouwd, is een van de belangrijkste romaanse kunstwerken van België; in 1940 werd het zwaar beschadigd, later herbouwd.
LITT: B.Delanne, Histoire de la ville de Nivelles des origines au XIIIme siècle (1944); R.Hanon de Louvet, Contribution à 1’histoire de Nivelles (1948).