rivier in de VS, in de staat New York, 58 km lang, de verbinding tussen het Eriemeer op 172 m en het Ontariomeer op 71 m boven zeeniveau. De Niagara is vooral bekend door de watervallen op 32 km afstand van haar oorsprong.
Midden in de stroom bevindt zich het Goat Island, waardoor de sterk vernauwde rivier in twee takken wordt gesplitst: rechts de American Falls (322 m breed en in het midden 47 m hoog), links op Canadees gebied, de Horseshoe Falls (915 m breed en 44 m hoog), die 94 % van het water afvoert. Beneden de waterval is de stroom zó rustig, dat de rivier ’s winters vaak van oever tot oever dichtvriest; verderop verengt het bed zich tot 250 m met wanden van 100 m hoogte en ontstaat een wilde stroomversnelling (Whirlpool).De Niagarawaterval stort zich van een horizontale kalksteenlaag van 25 m dikte op leien zandsteenlagen. De zachtere leien zandsteen eroderen sneller dan de kalksteen, waardoor de kalksteenbank wordt ondermijnd en afbreekt. Dientengevolge gaat de waterval langzaam achteruit (1—1,5 m/jaar), de Horseshoe Falls het snelst. Men kan per boot tot vlak onder Horseshoe Falls komen, te voet zelfs tussen het vallende water en de steile rotswand. Sedert 1885 zijn beide oevers en het in de stroom gelegen Goat Island tot nationale parken verklaard. Boven de vallen wordt het water aan weerszijden in tunnels afgetapt voor het opwekken van elektrictieit (diverse centrales).
Het water wordt m.n. ’snachts en in de winter afgetapt. Voor de scheepvaart is aan de westzijde van de Niagara op Canadees gebied het Welland Ship Canal van het Eriemeer naar het Ontariomeer gegraven (zeven sluizen).
