een stijl of stroming in de jazz, gekenmerkt door een compact ensemblespel van drie of meer blaasinstrumenten (kornet, trompet, trombone, klarinet), waarbij de melodische lijnen dooreengeweven worden. De King Oliver’s Creole Jazz Band (1923) vormde een hoogtepunt.
De door blanke musici van deze muziek afgeleide stijl werd dixieland genoemd.