Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

neum

betekenis & definitie

[Gr. neuma, wenk], v./m. (-en), soort muzieknoot gebruikt in het vroegmiddeleeuwse muziekschrift.

De neumen gaven het stijgen en dalen van de melodie aan en zijn daardoor het uitgangspunt geworden van het moderne notenschrift (dat echter inzake de notatie van ritme en melodie nauwkeuriger is). Sedert het begin van de 11e eeuw werden neumen op lijnen geplaatst die bepaalde toonhoogten voorstelden (vier lijnen bij Guido van Arezzo); deze noemt men diasthematisch, waarbij tevens de toontrappen c of f werden vastgelegd. Hierbij wijzigde zich de vormen op den duur tot het zgn. hoefij zeren spijkerschrift (Germaans, tot in de 16e eeuw in gebruik) en het kwadraatnotenschrift (romaans notenschrift). Het kwadraatnotenschrift is in het gregoriaans nog in gebruik en bestaat uit een vierlijnige notenbalk, waarbij de toonletters aan het begin van de lijnen uit het systeem van Arezzo zijn ontwikkeld tot sleutels.

LITT: P.Wagner, Einführung in die gregorianischen Melodien II en III (1912, resp. 1921, herdr.(1962); E.Jammers, Zur Entwicklung der Neumenschrift im Katolingerreich (1936); S.Corbin, La notation musicale neumatique (diss. 1957).

< >