Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Neuchâtel, stad

betekenis & definitie

(Du.: Neuenburg), Zwitserse stad, hoofdstad van het gelijknamige kanton, terrasvormig gebouwd aan de oever van het Meer van Neuchâtel, 38 800 inw. Het oude stadsdeel ligt in het zuiden om het kasteel (15e en 16e eeuw; nu zetel van de kantonale bestuursorganen) en de stiftskerk.

Het nieuwe stadsdeel heeft zich langs het meer in noordelijke richting uitgebreid. Bekend zijn het etnografische museum en het Musée des Beaux-Arts. Ook is er een aantal belangrijke onderwijsinrichtingen, waaronder een universiteit (1838), het Institut de Géologie en een school voor horlogemakers. Van belang zijn de uurwerkindustrie (sinds de 17e eeuw) en de chocoladefabriek. GESCHIEDENIS. In de vroege middeleeuwen ontstond Neuchâtel als de Bourgondische sterkte Novum Castrum, die in 1032 Duits werd.

Door erfopvolging kwam de stad resp. aan de graven van Breisgau (1395) en Baden-Hochberg (1475) en de hertogen van Orléans-Longueville (1504). Ook toen de Westfaalse Vrede (1648) de Zwitserse afscheiding van het Duitse rijk formeel erkende, bleef Neuchâtel als vorstendom een afzonderlijke politieke eenheid, die in 1707 in personele unie met Pruisen werd verbonden.

Neuchâtel werd in 1814 tevens als 21e kanton in het Eedgenootschap opgenomen. In 1848 leidde een gewapende opstand tot afschaffing van de monarchie. In 1857 deed de Pruisische koning Frederik Willem IV afstand van zijn rechten.

< >