Germaanse godin, door Tacitus met de Romeinse Terra Mater gelijkgesteld en vereerd door een zevental stammen van de Ingvionen, waaronder de Angelen, in het tegenwoordige Sleeswijk-Holstein. Haar heiligdom stond op een eiland (waarschijnlijk Helgoland).
In het voorjaar werd het beeld van de godin in een heilige wagen, die door twee runderen werd getrokken en door de priester begeleid, rond het eiland gevoerd. Dan had een feest plaats en heerste er godsvrede. Na afloop werden de wagen en het godenbeeld in een meer gereinigd. Dit laatste, evenals de runderen, wijst erop, dat men hier met een echte vruchtbaarheidsritus te doen heeft. De dienst van Nerthus is bij de Germanen zeker oorspronkelijk en niet van de Romeinen overgenomen.
