o., richting in de beeldende kunst en de architectuur rond de leden van de Ned. Stijlgroep.
Het neoplasticisme was aanvankelijk slechts van toepassing op de schilderkunst en stoelde op het kubisme. De neoplastische schilders wilden de abstractie bereiken met behulp van strenge geometrische vormen en zuivere kleuren. P.Mondriaan legde in 1921 zijn ideeën hieromtrent vast in Le néoplasticisme.
In de architectuur werden de ‘autonome’ ruimtevormen van de kubus het uitgangspunt voor een nieuwe neoplastische architectuur, toen ook architecten zich bij de Stijlgroep aansloten, o.a. J. J.P.Oud en G.T.Rietveld. Via Van Doesburg werkten de ideeën door bij kunstenaars van het Bauhaus (o.a. W.Gropius, L.Mies van der Rohe).