Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Neolatijn

betekenis & definitie

o., het Latijn dat vanaf de renaissance wordt gebruikt, in tegenst. tot het klassiek en het middeleeuws Latijn.

Het Neolatijn was evenals het middeleeuws Latijn een tweede taal, die naast de landstaal werd gebruikt. Het onderscheidt zich van het middeleeuws Latijn doordat de gebruikers in grotere mate bewust teruggrepen op voorbeelden uit de klassieke oudheid en doordat zij vanaf de 17e eeuw in de litteratuur steeds meer concurrentie ondervonden van de volkstaal. In aanleg is het Neolatijn het resultaat van het werk van Petrarca en zijn kring, die een ‘zuiverder’ Latijn wensten te schrijven dan in hun tijd gebruikelijk was. De beweging had als resultaat een hervorming van het onderwijs in het Latijn. Zeer invloedrijk was Lorenzo Valla’s studie, Elegantiae Latini sermonis (1440), een werk dat in een eeuw tijds 59 drukken beleefde. De eis Cicero na te volgen was minder algemeen dan wel wordt gedacht; ook Erasmus’ Latijn vertoont grote vrijheid ten opzichte van dat voorbeeld, en er waren schrijvers die zich zeer bewust andere voorbeelden kozen, zoals Lipsius, die zich naar Seneca richtte.

Het gebruik van Latijn bleef als wetenschappelijke en parlementaire (Hongarije, Kroatië) taal bestaan tot in de 19e eeuw. De studie van het Neolatijn als linguïstisch verschijnsel met een definieerbaar eigen karakter begint sinds korte tijd op gang te komen. De vormleer is daarbij minder belangrijk dan de bestudering van de woordenschat.

LITT: J.IJsewijn, Companion to Neolatin studies (1977; met bibl.).

< >