o., stroming in het calvinisme, die dit in betrekking trachtte te brengen met het bewustzijn van de moderne cultuurmens.
Het neocalvinisme kreeg in de 19e eeuw in Nederland een bijzondere kracht door het werk van Abraham Kuyper, die de gehele intellectuele cultuur van West-Europa door herkerstening wilde restaureren. Het verschil met het oude calvinisme schuilt voor een belangrijk deel in de opvattingen over kerk en staat. Kuyper bepleitte ‘soevereiniteit in eigen kring’ en verwierp de mening dat de staat de roeping heeft valse religie te weren. Het wonder en het gebed bleven hoog in ere in Kuypers mystieke godsvrucht. Dit laatste verklaart waarschijnlijk de invloed van het neocalvinisme op het gereformeerde volk, ook buiten Nederland, m.n. in vm. Ned.Indië, Zuid-Afrika en de VS.