Nikolaj Aleksejevitsj, Russisch dichter, *4.12.1821 Nemirov (Podolsk), ✝️8.1.1878 Sint-Petersburg; zoon van een rijk grondbezitter. Door een conflict met zijn despotische vader moest Nekrasov zelf het geld voor levensonderhoud en studie verdienen.
Hij werd een succesrijk en welgesteld uitgever. Zijn periodieken vormden jarenlang een verzamelpunt voor de radicale intelligentsia. Nekrasov is verder de belangrijkste dichter van de realistische school. In 1840 verschenen zijn eerste gedichten. Zijn poëzie heeft een nationaal karakter en als voornaamste thema het lijden van het Russische volk. Hij schreef in concrete beelden en in een originele stijl die in tal van gedichten sterk overeenkomt met volkspoëzie, b.v. in Wie leeft gelukkig in Rusland? en De mandenmakers.
Daarnaast schreef hij sublieme liefdeslyriek. De artistieke waarde van zijn gedichten werd pas veel later o.a. door de symbolisten naar waarde geschat. Werken: De mandenmakers (1861), Vadertje vorst, rode neus (1863), Orina, moeder van een soldaat (1863), De spoorwegen (1864), Wie leeft gelukkig in Rusland? (1866—81; onvoltooid), Russische vrouwen (1872— 73).LITT: S.S.Birkenmayer, N.Nekrasov. His life and poetic art (1967).