bacteriegeslacht, waartoe een aantal niet-pathogene soorten behoort, die meestal op de slijmvliezen van de mens aanwezig zijn, en twee ziekteverwekkende soorten, nl. Neisseria gonorrhoeae gonococcus, de verwekker van de gonorroe, en N. meningitidis meningococcus, de verwekker van nekkramp.
In tegenstelling tot de parasitaire gonococcus is de meningococcus een commensaal van de neuskeelholte. Bij verminderde weerstand krijgt de bacterie haar kans (sporadisch geval); zo ook bij legering van te veel individuen in een beperkte ruimte, waardoor het aantal bacteriedragers toeneemt en de ziekte epidemisch kan worden.