Staf, Belg. beiaardier, componist en koorleider, *2.12.1901 Mechelen, ♱25.1.1965 Mechelen. Nees studeerde na het muziekconservatorium aan het Lemmens Instituut en de Beiaardschool te Mechelen.
Vanaf 1920 was hij organist te Mechelen; in 1922 werd hij leraar aan de Beiaardschool, in 1924 leraar aan het Lemmens Instituut; hij volgde in 1932 Denijn op als stadsbeiaardier en in 1944 als directeur van de Mechelse Beiaardschool, die hij deed uitgroeien tot een wereldberoemd centrum van beiaardstudie. Tot zijn leerlingen behoren o.a. C. Ball (Engeland), F.P.Price (Canada), R.Gort (Nederland). Bovendien werd hij in 1922 kooren orkestleider van de Mechelse Kon. Kunstkring Edgar Tinei en in 1953 algemeen voorzitter van Het Madrigaal, de federatie voor katholieke zangverenigingen in Vlaanderen.
Het zwaartepunt van zijn activiteiten echter ligt op het gebied van beiaardmuziek. Composities: beiaardmuziek (hoofdzakelijk gekenmerkt door het teruggrijpen naar Oudned. volksen kunstliederen): o.a. Toccata, lied en fuga op ‘Daer staet een clooster in Oostenryc’ (1937), Klacht en troost over Jef Denijn (1941); kerkmuziek (o.a. Missa Te Deum, 1960); cantates (o.a. Jubelcantate, 1926); oratoria (o.a. Simon Petrus, 1935), koorwerken en toneelmuziek.
LITT. L.Goffinet, Meester Staf Nees (1952).