Oostenrijks bondsland ter weerszijden van de Donau tussen de uitmondingen van Enns en March, 19170 km2, 1,4 mln. inw. Het erin gelegen Wenen vormt een afzonderlijk bondsland, is tevens zetel van het bestuur van Neder-Oostenrijk.
In het zuiden liggen de Alpen, verder wordt het landschap ingenomen door het Alpenvoorland, het Weense Bekken, het Marchfeld, het Weinviertel en een granietplateau. Het Weense Bekken is sterk geïndustrialiseerd, maar sinds 1945 bevindt de uit de Donau-monarchie stammende industrie zich in een zware crisis, m.n. door de afsluiting van het Oostblok. De overige landschappen zijn overwegend agrarisch (30 % van de beroepsbevolking werkt in de landbouw); de produktie is op Wenen ingesteld, dat 40 % van zijn vleesconsumptie en 50 % van zijn melk uit Neder-Oostenrijk betrekt. In het oosten is intensieve wijnbouw; rond Wenen tuinbouw. Er is een belangrijk olieveld in het noordoosten.