[Gr. Lat.], m.,
1. (mythologie) bij de oude Grieken de drank van de Olympische goden, die onsterfelijkheid schonk; vandaar (fig.) heerlijke drank;
2. (plantkunde) de suikerhoudende vloeistof, door planten afgescheiden, gewoonlijk door of in nectariën: bijen zijn bekende verzamelaars van nectar en verwerken die tot honing.