(ook: Nearctis), één van de twee subregio’s van de Hoiarctische regio; omvat het Noordamerikaanse continent. De landengte van Panama en de Westindische eilanden behoren tot de Neotropische regio.
De Nearctische subregio omvat alleen koude, gematigde en subtropische gebieden. Soms wordt de Nearctis wel als regio gezien. Dit is vooral gebaseerd op de verschillen in vogelfauna tussen Nearctis en Palearctis en de overeenkomsten in vogelfauna tussen Nearctis en Neotropis. Bekijkt men echter de hele fauna dan zijn de overeenkomsten tusen de palearctische en nearctische fauna veel groter dan die tussen de nearctische en de neotropische.De fauna van de Nearctische subregio is wat rijker aan karakteristieke groepen dan die van de Palearctische subregio. Dit geldt voor de reptielen met drie endemische families, de Chelydridae, bijtschildpadden en gierschildpadden, de Anniellidae, pootloze hagedissen en de Helodermatidae, de enige giftige hagedissen ter wereld, waartoe het gilamonster Heloderma suspectum, en de korsthagedis, Heloderma horridum, behoren. Ook de amfibieën zijn met drie endemische families vertegenwoordigd, de Ambystomidae, waartoe de axolotl behoort, de Amphiumidae, de aalsalamanders en de Sirenidae, de voorpootsalamanders, of modderalen.
Bij de zoogdieren ziet men vier endemische families, de Aplodontidae, de stompstaarteekhoorns of bergbevers, de Geomyidae en Heteromyidae, resp. de wangzakratten en wangzakmuizen en de Antilocapridae, de gaffelantilopen. Bij de vissen zien we de moddersnoek (familie Amidae), de enige overlevende soort van een vroeger veel wijder verspreide familie (relict). Bij de vogels zijn de kalkoenen (familie Meleagrididae) endemisch.
Tussen Nearctis naar Neotropis is een overgangsgebied in het zuiden van Mexico, waar de tropen beginnen. Neotropische elementen in de nearctische fauna zijn b.v. de kolibries (familie Trochilidae) en de opossums (familie Didelphidae).
