Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

nazireeër

betekenis & definitie

[Hebr. nazir, gewijd, afgezonderd], m. (-s), in het oudtestamentische Israël iemand die door bepaalde geloften aan God was gewijd. .. Soms legden de ouders reeds vóór de geboorte van een kind de gelofte af, dat het God gewijd zou zijn (Simson, Samuël). De nazireeër moest zijn haar lang laten groeien en zich van wijn en sterke drank onthouden. Zo’n gelofte werd ook wel afgelegd voor een bepaalde tijd, waarschijnlijk dan met het oog op de een of andere heilige taak die men zich had voorgenomen (Num.6).

LITT. M.Boerden, Der Mischnatraktat Nazir (1

Soms legden de ouders reeds vóór de geboorte van een kind de gelofte af, dat het God gewijd zou zijn (Simson, Samuël). De nazireeër moest zijn haar lang laten groeien en zich van wijn en sterke drank onthouden. Zo’n gelofte werd ook wel afgelegd voor een bepaalde tijd, waarschijnlijk dan met het oog op de een of andere heilige taak die men zich had voorgenomen (Num.6).

LITT. M.Boerden, Der Mischnatraktat Nazir (1961).

< >