Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

natuurwet

betekenis & definitie

v./m. (-ten),

1. formulering van een algemeen geldende wetmatigheid die bij de beschouwing van natuurverschijnselen wordt waargenomen; de stellingen die daaruit resulteren;
2. wet die uit de natuur zelf voortvloeit.

Ruwweg gezegd drukt een natuurwet een constant samengaan van twee zaken uit, b.v. van twee gebeurtenissen, van twee eigenschappen van een lichaam, van twee toestanden van een systeem. Als voorwaarden waaraan een natuurwet moet voldoen, worden genoemd: een natuurwet is onbeperkt geldig in ruimte en tijd, maakt deel uit van een wetenschappelijke theorie, drukt noodzakelijkheid uit, tegenovergestelde feiten zijn erop te baseren. Daarnaast moet een natuurwet zo exact mogelijk geformuleerd zijn en bij voorkeur de vorm van een formule hebben. Vele van de bestaande natuurwetten voldoen slechts ten dele aan deze voorwaarden, waaruit wel geconcludeerd wordt dat er geen scherpe grens bestaat tussen natuurwetten en ‘toevallige’ generalisaties. Volgens de moderne natuurkunde zijn de meeste natuurwetten niet deterministisch maar statistisch van aard, d.w.z. zij geven de kans op een bepaalde gebeurtenis aan. In macroscopische systemen echter is het aantal deeltjes altijd zo groot, dat de kans op een afwijking van het ‘normale’ gedrag miniem is, d.w.z. de statistische wet gaat over in een deterministische (ook wel causale wet genoemd).

LITT. R.B.Braithwaite, Scientific explanation (1953); E.Nagel, The structure of Science (1961); K. R.Popper, The Iogic of scientific thinking (1970); N. Rescher, Scientific explanation (1970).

< >