o., natriumzout van meta-, orthoof pyrofosforzuur.
Tri-natriumfosfaat (Na3P04.12H20) dient voor het ontharden van water voor stoomketels enz. Het meest gebruikte natriumfosfaat is het dinatriumwaterstoffosfaat (Na2HP04.12H20) dat in grote snelwerende kristallen uitkristalliseert. Natriumdiwaterstoffosfaat (NaH2P04) kristalliseert met een en twee moleculen water en wordt vaak in bakpoeders toegepast. Natriumpyrofosfaat (Na4P207), natriumtrien natriumtetrafosfaat (Na5P3O10 en Na6P4013) en de natriumpolyfosfaten hebben grote betekenis voor de textielindustrie voor het wassen en bleken, daar zij de afzetting van onoplosbare calciumen magnesiumzouten voorkomen door de vorming van oplosbare gemengde fosfaten. Zij werken tevens dispergerend en neutraliserend. Zij gaan corrosie tegen in stalen en ijzeren buizen van waterleidingen en beletten afzetting van ketelsteen.
Hiervoor gebruikt men vooral het polymetafosfaat (NaP03)n, Grahams zout, dat verkregen wordt door smelten en tot 600 °C verhitten van NaH2P04. Het gebruik van natriumpolyfosfaten in wasmiddelen staat momenteel in de belangstelling wegens de overmaat aan fosfaat in afvalwater. Bij lozing van dat afvalwater op de openbare waterwegen (rivieren, kanalen, meren) kan de zgn. entiofiëring van dat water optreden: door een overmaat aan de voedingsstof fosfaat treedt een uitbundige algengroei op die bij afsterven zo’n groot beslag legt op de in het water aanwezige zuurstof dat door zuurstofgebrek andere planten en waterdieren omkomen.