Noordamerikaanse Indianenstam behorende tot de Muskogee-taalfamilie (Golftalen) en oorspronkelijk levend in wat nu de staat Mississippi is. Toen de Fransen tegen het eind van de 17e eeuw in dit gebied binnentrokken, vormden de Natchez de grootste en sterkste stam (3500-6000).
Hun cultuur was in verschillend opzicht afwijkend van die van de hen omringende stammen. Zij waren geheel sedentaire landbouwers. De weef-, pottenbakkersen bouwkunst waren hoog ontwikkeld. Het meest opvallende element in de zeer ritualistische godsdienst was de eredienst van de zon. De vorst, lid van de zonneclan, had absolute macht overleven en dood. Verder waren de Natchez verdeeld in edelen en burgers.
In 1729 brak er een hevige strijd uit met de Franse kolonisten. In de loop van de 18e19e eeuw werden de Natchez verjaagd naar het westen, waarbij de stam uiteenviel in kleine groepen; deze sloten zich aan bij andere stammen. Tegenwoordig leven er nog slechts weinig Natchez in Oklahoma.
LITT. H.B.Cushman, Hist. of the Choctaw, Chickasaw and Natchez Indians (1972).