Gamal Abd-el, Egyptisch officier en politicus, *21.1.1918 Assioet, ♰28.9.1970 Cairo. Nasser was in de oorlog van 1948 tegen Israël bataljonscommandant.
Bij Naguibs putsch (1952) was hij achter de schermen de voornaamste figuur; hij schoof Naguib in 1954 terzijde. Nasser werd premier en in 1956 president. Hij trachtte de Egyptische landbouw te saneren door verdeling van het grootgrondbezit en uitbreiding van de bevloeiingswerken. In 1956 naastte hij het Suezkanaal. In de daarop volgende Israëlisch-Engels-Franse aanval transformeerde Nasser een militaire nederlaag tot een politieke overwinning (Suezcrisis). Zijn Pan-Arabische idealen kregen vooral gestalte in 1958, bij de aansluiting van Syrië bij Egypte; de toen opgerichte Verenigde Arabische Republiek (VAR) viel echter reeds in 1961 uiteen.Nasser was in vrijwel de gehele Arabische wereld idool van de massa, die in hem de personificatie van Arabische bewustwording en onafhankelijkheid zag.
Onder Nasser was Cairo het politieke middelpunt van de Arabische landen. In de vergaderingen der niet-gebonden landen had zijn stem groot gezag. Na de nederlaag in de oorlog van 1967 tegen Israël trad Nasser af. Een volksbeweging bracht hem terug, maar zijn populariteit in Egypte nam gaandeweg af. Er bestond groeiende ontevredenheid over enerzijds de vele beperkende maatregelen (b.v. ten aanzien van de vrijheid van meningsuiting), anderzijds over de geringe vooruitgang in de kwestie Israël.
Dat echter zijn prestige in de Arabische wereld groot bleef, bleek uit zijn succesvolle bemiddeling tijdens de gevechten in Jordanië tussen troepen van koning Hoessein en Palestijnen. Hij bereikte een (voorlopige) overeenkomst, neergelegd in het Akkoord van Cairo. Een dag later stierf Nasser plotseling. Werk: Filosofie van de revolutie (1953).
LITT. F.Gabrieli, Die arabische Revolution (1963); J.Daumal en M.Leroy, G.A.Nasser (1967); R. Stephens, Nasser (1971); A.Nutting, Nasser (1972); M.H.Heikal, Nasser; uit de geheime Cairodocumenten (1972).