(sloeg na, heeft nageslagen),
I. (overg.)
1. in een boek opzoeken, nazien: iets in een woordenboek, ook met het boek als object;
2. (van vogels) door hun slag een bepaald geluid nabootsen;
II. (onoverg.) te laat slaan; (muziek) achter de geaccentueerde toon aankomen; (sportvisserij) de haak vaster doen pakken in de vis;
3. (munten of penningen) slaan naar een bestaand voorbeeld, er een naslag van maken.