v., een vorm van psychotherapie waarbij men tracht inzicht in onbewuste problemen van een patiënt te verkrijgen door hem met chemische middelen in een sluimer of roes te brengen.
Bij de narcoanalyse wordt door inspuiting van pentothal in het bloed het bewustzijnsniveau van de patiënt verlaagd, zodat deze zich vrijer voelt om te spreken over traumatische gebeurtenissen in zijn leven die hij slecht verwerkt of verdrongen heeft en waardoor psychische spanningen veroorzaakt worden. De narcoanalyse vertoont als behandelingsmethode verwantschap met de hypnotherapie, waarbij een zelfde effect d.m.v. hypnose wordt nagestreefd. Behalve in uitzonderlijke gevallen wordt de narcoanalyse niet meer toegepast, omdat de werkzaamheid gering lijkt te zijn.
O.a. in de Tweede Wereldoorlog werd de narcoanalyse veelvuldig misbruikt om bekentenissen af te dwingen van arrestanten (waarheidsserum). Het is in Nederland en België bij de wet verboden narcoanalyse toe te passen bij verhoor van arrestanten.