Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Nanking

betekenis & definitie

[Chin., zuidelijke hoofdstad], Chinese stad, hoofdstad van de prov. Kiangsoe, 1,75 mln. inw.

Nanking is een belangrijke haven aan de Jangtse-tjiang en heeft spoorwegverbinding met Peking, via een 6,7 km lange dubbeldeksbrug, en met Sjanghai. De industrie is zeer gevarieerd: ijzer en staal, textiel, levensmiddelen, chemische produkten (kunstmest) en optische instrumenten. De stad heeft een belangrijke educatieve en culturele functie. Er zijn 18 instellingen voor hoger onderwijs en hoger beroepsonderwijs. Observatorium. Nanking is omringd door een 50 km lange, nu vervallen muur en heeft veel oude bouwwerken, o.a. de Porseleinen Toren. In de omgeving de graven van de drie eerste Ming-keizers en Soenjat-sen.

GESCHIEDENIS

Onder de naam Tjièn-kang was Nanking van 317—589 hoofdstad van de zuidelijke dynastieën in de zgn. Chinese middeleeuwen. In deze tijd bloeide reeds de ambachtelijke industrie (staal), verder ontplooide het boeddhisme er grote activiteit. In 1368 werd het hoofdstad van de nieuwe Ming-dynastie; de huidige stedebouwkundige opzet dateert uit die tijd. In 1421 werd de regeringszetel om strategische redenen verplaatst naar Peking (‘noordelijke hoofdstad’), sedertdien staat de stad bekend als Nanking (‘zuidelijke hoofdstad’).

Economisch (vooral katoenindustrie) en cultureel bleef Nanking onder de Mingen Tj’ing-dynastieën zeer belangrijk. In 1842 werd hier de vrede gesloten tussen China en Engeland die een einde maakte aan de Opiumoorlog. In 1853 werd Nanking door de Taiping-rebellen veroverd en grotendeels verwoest. Van 1927—37 en 1945—49 was het de zetel van de Kwomintangregering. Van 1937—45 was het door Japan bezet.

< >