Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Namibië

betekenis & definitie

(ook: Zuidwest-Afrika), Zuidafrikaans trustgebied, begrensd door Angola, Botswana, Zuid-Afrika en Zambia, 823.145 km2 (exclusief het gebied van Walvisbaai, 1124 km2, een exclave van de Kaapprovincie door Namibië bestuurd), 888.000 inw. Hoofdstad: Windhoek.

FYSISCHE GESTELDHEID

Het binnenland is een onderdeel van het Zuidafrikaanse Plateau. De hoogte varieert van 1000—2000 m, aflopend naar het Kalahari Bekken in het oosten en de Etosha Pan in het noorden. In het centrale deel (1500—ca.2500 m) ligt de hoogste top, de Brandberg (2606 m). Het plateau is van de Atlantische Oceaan gescheiden door een lange kuststrook, 80—120 km breed, de Namibwoestijn, waar de hoogste duinen ter wereld voorkomen. Vele rivieren staan het grootste deel van het jaar droog.

Klimaat. Namibië heeft een woestijnklimaat, naar het noorden overgaand in een steppeklimaat. Temperaturen aan de kust worden beïnvloed door de koude Benguela Stroom. Van het zuidwesten naar het noordoosten neemt de jaarlijkse neerslag toe van minder dan 50 mm aan de kust tot meer dan 600 mm in de Caprivistrook. De onregelmatigheid van de neerslag neemt daarbij af. De koude Benguela Stroom veroorzaakt dikwijls mist, die echter zelden tot neerslag leidt. De stroom biedt een gunstig leefmilieu voor vele vissoorten.

BEVOLKING

De bevolking is in drie groepen te verdelen.

1. De volken van Afrikaanse oorsprong; deze zijn weer in vier groepen te verdelen:
a. Bosjesmannen;
b. Dama (ook Bergdama of Damara genoemd);
c. Hottentotten;
d. Bantoevolken (o.a. Herero, Ovambo en Kavango).

De blanke bevolking, totaal ca. 100.000 inw., van wie 70.000 Zuidafrikaans, 20.000 Duits en 10.000 Engels spreken.

De kleurlingen, ca. 50.000 inw., onder wie de Rehobothbastaarden die Zuidafrikaans spreken.

De blanke bevolking woont m.n. in het droge zuidoostelijke gedeelte, dat ca. 65% van het land omvat. De andere bevolkingsgroepen leven m.n. in het wat minder droge noordoosten. De totale oppervlakte van de tien Bantoestans is 326.294 km2 of 40% van de oppervlakte van Namibië. De geboortenen sterftecijfers van de totale bevolking zijn resp. 44,4‰ en 25‰. Natuurgodsdiensten worden door 60% van de bevolking aangehangen; 39% is protestant. De officiële talen zijn het Afrikaans en het Engels.

Onderwijs. Het onderwijs aan het niet-blanke bevolkingsdeel heeft een flinke achterstand; 69% is analfabeet. In 1976 werd onderwijs voor alle bevolkingsgroepen verplicht gesteld. Er is een universiteit zonder apartheid gepland.

ECONOMIE

De drie belangrijkste sectoren van de markteconomie in Namibië zijn: mijnbouw, visserij en landbouw. Het aandeel van de mijnbouw in het bruto nationaal produkt is 50—60%. De belangrijkste mijngebieden liggen bij Tsumeb en bij Lüderitz. Voornaamste produkten: diamant, tin, vanadium, zout, lood, zink, wolfraam en uraan, en 130 km buiten de kustlijn is gas ontdekt.

De kustwateren van Namibië zijn rijk aan vis, die ingeblikt of verwerkt wordt tot vismeel en -olie. Belangrijkste soorten: Afrikaanse haring en ansjovis. Lüderitz heeft sinds 1974 een kreeftverwerkend bedrijf.

De landbouw levert 20% van het bruto nationaal produkt, m.n. door de veeteelt. Voor de export zijn vooral karakoel-schapevachten en rundvlees van belang. De agrarische produktie van de niet-blanke bevolking is voornamelijk zelfverzorgend en omvat maïs, sorghum, tarwe en veeteeltprodukten. Jacht en nomadische veeteelt nemen in betekenis af.

Handel en verkeer. Belangrijkste handelspartners zijn: Zuid-Afrika, de BRD, Groot-Brittannië en de VS. Walvisbaai en Lüderitz zijn de enige havens.

Alleen Walvisbaai kan schepen met een behoorlijke diepgang ontvangen. Spoorwegen verbinden beide havens met het binnenland. Totale spoorwegenlengte 2340 km. Het spoorwegennet is aangesloten op het Zuidafrikaanse net. Wegennet totaal 55.000 km. Windhoek en Keetmanshoop zijn op het Zuidafrikaanse vliegnet aangesloten.

BESTUUR

Namibië wordt bestuurd als een deel van Zuid-Afrika. De Bantoestans Ovambo, Kavango en Oost-Caprivi hebben een beperkte vorm van zelfbestuur. Alleen op lokaal niveau, b.v. in stadsbesturen en op centraal niveau (ministers en de nationale vergadering) werken vertegenwoordigers van verschillende rassen samen. De regionale raden zijn etnisch bepaald.

LITT. A. Steward, South West Africa, the sacred trust (1966); J.H. Wellington, South West Africa and the human issues (1967); G.M. Cockram, South West Africa mandate (1976).

GESCHIEDENIS

Namibië heeft pas laat de interesse van de Europeanen gewekt; in 1884 werd er, na voorbereidend werk van de Bremer koopman Lüderitz, door de Duitsers de kolonie Zuidwest-Afrika gesticht. Zij versloegen de Herero (1904) en de Dama (1908), waarbij een groot gedeelte van de bevolking werd uitgemoord. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de kolonie bezet door Zuid-Afrika, dat in 1920 het gebied van de Volkenbond in mandaat kreeg. In 1949 werd het door Zuid-Afrika geannexeerd, tegen de wil van de VN in. Het doorvoeren van de apartheidswetgeving in Zuidwest-Afrika wekte internationaal veel weerzin en in 1966 ontnamen de VN Zuid-Afrika officieel het mandaat; in 1968 erkenden zij de naam Namibië.

Zuid-Afrika bleef het gebied echter als deel van zijn grondbezit besturen en maakte er een aanvang met de invoering van thuislanden (apartheid). Het Afrikaans verzet organiseerde zich in de eerste plaats in de South-West African People’s Organization (SWAPO); in 1966 vond het eerste treffen tussen Afrikaanse guerrillero’s en Zuidafrikaanse troepen plaats. Hernieuwde onderhandelingen tussen de VN en Zuid-Afrika in 1972—73 hadden geen resultaat en in 1974 erkenden de VN de SWAPO als enige wettelijke vertegenwoordiger voor Namibië. De machtswisseling in het buurland Angola in 1975 maakte de kwestie weer actueel. Zuid-Afrika kwam met verschillende voorstellen waarbij het gebied weliswaar onafhankelijk, maar verdeeld zou worden. De SWAPO en de VN wezen deze voorstellen van de hand.

Inmiddels spitste de verdeeldheid tussen de SWAPO en andere gekleurde bevolkingsgroepen die in de Turnhalle-conferenties met de blanke minderheid en Zuid-Afrika samenwerkten, zich toe.

LITT. R. First, South West Africa (1963); I. Goldblatt, Hist. of South West Africa (1971); L. Lazar, Namibia (1972); P. Fraenkel, The Namibians of South West Africa (1974); M. Silagi, Von Deutsch-Südwest zu Namibia (1977).

< >