Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

naaktslak

betekenis & definitie

v./m. (-ken), verzamelnaam voor slakken zonder (uitwendig) zichtbare schelp.

Naaktslakken vindt men onder alle hoofdgroepen van de slakken; reductie van de schelp tot een inwendig plaatje, tot enige inwendige kalkkorrels of tot helemaal niets is onafhankelijk van elkaar enige malen opgetreden in de loop van de evolutie. De zeenaaktslakken zijn een geheel eigen richting ingeslagen en behoren vrijwel alle tot de achterkieuwigen (Opisthobranchia). De landnaaktslakken worden over een groot aantal families verspreid aangetroffen over vrijwel de gehele wereld. De meeste behoren tot de longslakken. Naaktslakken zijn waarschijnlijk ontstaan in kalkarme, permanent vochtige streken, waar de opbouw van een schelp door kalkgebrek moeilijk was en er in eerste instantie geen uitdrogingsgevaar van het lichaam dreigde. Men kent ca. 500 soorten landnaaktslakken.

Het dieet is plantaardig of dierlijk. De grootste concentraties treft men aan in de nabijheid van de mens. Naaktslakken worden zeer gemakkelijk onopzettelijk vervoerd. In Nederland en België komen ca. 20 soorten voor, behorend tot vier verschillende families, en hoewel zij uiterlijk soms sterk op elkaar lijken, behoren de inheemse naaktslakken tot niet direct verwante groepen. De variatie in kleurpatroon draagt bij tot de verwarring in het onderscheiden van de soorten. Bij sommige soorten blijkt bij de copulatie de penis vele malen langer te zijn dan het lichaam.

LITT. N.W.Runham en P.J.Hunter, Terrestrial slugs (1970); A.Solem, The shell makers, introducing mollusks (1974).

< >