o. (-lomen), een kwaadaardig gezwel, dat ontstaan en opgebouwd is uit plasmacellen.
Het multipel myeloom (Kahler, ziekte van) vormt gezwellen in beenderen (ribben, wervels, schedel, ledematen), en is dus een systeemziekte. Bij myeloom wordt plaatselijk het bot geresorbeerd, zodat gemakkelijk beenbreuken optreden. De patiënten, vrijwel allen boven de 40 jaar, gaan betrekkelijk snel hieraan te gronde (1,5—2 jaar; bij uitzondering tot 10 jaar). Er is ook een vorm van solitair myeloom bekend, vooral voorkomende in de bovenste luchtwegen (plasmacytoom). Behandeling: radiotherapie en het toedienen van cytostatica zijn de enige mogelijkheden om het leven nog wat te rekken; de ziekte is altijd fataal. Het myeloom is merkwaardig omdat de plasmacellen (immunoblasten) in het beenmerg abnormale serumeiwitten kunnen produceren; het bekendst is het eiwit van Bence-Jones, aantoonbaar in de urine, dat vrijwel specifiek voor het myeloom is. Deze paraproteïnen die bij het myeloom voorkomen, kunnen leiden tot de vorming van amyloïd (amyloïdose).