Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

mutualisme

betekenis & definitie

[Lat.], o.,

1. het streven om elkaars economische belangen te verdedigen door onderlinge verzekering, hulp enz.;
2. (biologie) vorm van samenleving tussen twee of meer verschillende soorten organismen, waarbij de samenlevende organismen van elkaar afhankelijk zijn voor hun bestaan.

Een bekend voorbeeld van mutualisme is de samenleving tussen hogere planten (m.n. bomen) en schimmels die om hun wortels groeien (mycorriza). Deze schimmels hebben voor hun groei koolhydraten nodig, die zij uit de wortels van de boom ontvangen; de schimmels maken de opname van mineralen door de wortels gemakkelijker. Een ander voorbeeld zijn de bacteriën in wortelknolletjes van vlinderbloemigen, die atmosferische stikstof vastleggen in de vorm van door de plant opneembaar nitraat. De samenleving tussen bepaalde wieren en schimmels is zo verstrengeld dat deze korstmossen (Lichenes) als één soort worden beschreven. Een samenlevingsvorm plant—dier komt voor bij die planten die een specifieke bestuiver hebben die zelf ook alleen van de plant leeft. Tenslotte is er nog een samenlevingsvorm eencelligen-insekten: bij veel insekten, o.a. termieten, komen eencelligen in de darm voor, die hout kunnen verteren.

Als zij niet aanwezig zijn, gaan de insekten dood. Zie commensalisme, parasitisme.

< >