Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

muntslag

betekenis & definitie

m.,

1. het slaan van munten;
2. wijze waarop een munt geslagen wordt.

In de 7e eeuw v.C. werden in Lydië de eerste munten van elektrum (een goud-zilverlegering) gegoten. Gieten bleef eeuwenlang de produktiewijze voor munten. Later gingen o.a. de Grieken en de Romeinen ertoe over munten te slaan. Tussen stempels werd een schijfje metaal van een vooraf vastgesteld gewicht en gehalte gestempeld. Door met een hamer een klap op de bovenstempel te geven, terwijl de onderstempel in een zwaar blok of aambeeld was bevestigd, werd de munt geslagen. Op deze wijze heeft de muntslag tot ca. 1700 plaatsgevonden.

De metalen schijfjes of muntplaatjes werden uit een gegoten strook metaal, die met de hand op de juiste dikte was gehamerd of geplet, geknipt en op gewicht gevijld. De schroefpers of balancier, uitgevonden in de 17e eeuw, maakte zuiver ronde en fraaier uitgevoerde munten mogelijk. De werkwijze van het schroeven van munten werd in 1830 verlaten toen Uhlhorn in Duitsland de muntpers met knie-hefboomconstructie uitvond, waarmee de muntslag door een automatische toe-en afvoer werd gemechaniseerd.

De muntfabricage vindt thans plaats in een aantal produktiefasen, die steeds verder geautomatiseerd worden. De bereiding van de muntlegeringen komt tot stand door het samensmelten van de basismetalen (zilver, nikkel, koper, tin en zink) in de voorgeschreven samenstelling. Na het bereiken van de juiste giettemperatuur wordt de inhoud van de smeltkroes uitgegoten in stalen gietvormen, waarin het metaal stolt tot lange platte staven (tinnen). De tinnen worden vervolgens door pletten op de dikte van het muntstuk gebracht. Dit geschiedt door de tinnen in de walsmachine tussen twee cilindrische walsrollen, die evenwijdig aan elkaar zijn geplaatst, in de lengterichting, zonder noemenswaardige wijziging van de breedte, uit te pletten. Door de diktevermindering ontstaan metaalstroken van vele meters lengte die, om de hanteerbaarheid te handhaven, tussentijds in lengten van enige meters worden doorgeknipt.

Daarna worden zij in de ponsmachine gevoerd, die een of meer schijfjes of muntplaatjes tegelijk uit de breedte van elk tin ponst. De resten worden opnieuw versmolten. Soms wordt een continu-gietprocédé toegepast, waarbij stroken van zeer grote lengten zonder onderbreking in een gietmachine worden vervaardigd en vervolgens in een continu-walsmachine tot banden uitgeplet en opgehaspeld worden, waarna in een zeer snel lopende ponsmachine de muntplaatjes of rondellen worden geponst. Door de sterke deformatie is de hardheid van de schijfjes zodanig toegenomen dat verdere bewerking niet mogelijk is. De muntplaatjes worden daarom in een oven op een temperatuur van ca. 700 °C, al of niet in een beschermende gasatmosfeer, zacht gegloeid. In het eerste geval, toegepast bij muntnikkel, brons en messing, verkrijgt men blank gegloeide rondellen.

Het gloeien, onder toetreding van lucht, past men toe bij muntzilver, daar men uit de zwart geoxideerde oppervlaktelaag die dan is ontstaan, met behulp van verdund zwavelzuur en kaliumpermanganaat de gevormde koperoxiden oplost, waardoor de platen een glanzend witte oppervlaktelaag van zuiver zilver verkrijgen, het blancheren. Aan het muntplaatje wordt een opstaand randje gestuikt, waarna de rondellen gereed zijn voor de muntslag. Gouden stukken worden nauwkeurig eerst stuk voor stuk op automatische weegmachines nagewogen. De munten van hogere waarde krijgen nog een randschrift, door de muntplaatjes onder druk langs een blok, met een in spiegelschrift gegraveerde tekst of versiering te rollen. De muntslag vindt plaats in de muntpers van het Uhlhorn-type. In deze machine zijn onderen bovenstempel gemonteerd, welke laatste door het knie-hefboommechanisme wordt bewogen.

Bij de neergaande slag valt het aangevoerde plaatje in de muntring, die inwendig glad of gekarteld is, naar gelang een muntstuk met gladde of gekartelde rand wordt geslagen, en die het schijfje geheel omsluit. Met grote kracht worden de beide stempels in het plaatje geperst, waarna de munt is geslagen. De persen zijn horizontaal uitgevoerd en kunnen 250-300 munten per minuut slaan.

< >