[Eng.], m. (−s), vermenigvuldigingsfactor, die de verhouding aangeeft tussen de primaire vergroting van het nationaal inkomen en de daaruit voortspruitende totale vergroting van het nationaal inkomen.
Het begrip multiplier speelt een belangrijke rol in de conjunctuurpolitiek. Wanneer in de laagconjunctuur het nationaal inkomen kleiner is dan nodig om volledige werkgelegenheid te garanderen, dan kan de overheid door middel van een politiek van openbare werken trachten het niveau van het nationaal inkomen op te voeren. Het hiervoor benodigde bedrag behoeft dan niet gelijk te zijn aan het verschil tussen het te lage nationaal inkomen en het evenwichtsinkomen, omdat een extra investeringenbedrag in verscheidene perioden extra inkomen vormt, dat gesommeerd een veelvoud bedraagt van het primaire investeringsbedrag. De multiplier heeft in de theorie van J.M.Keynes altijd een belangrijke rol gespeeld.
