(ook: multilateralisme), betalingsverkeer waarbij meer dan twee landen zo betrokken zijn, dat overschotten en tekorten op de betalingsbalansen compenseerbaar zijn, ongeacht de valuta waarin zij luiden. Het grote voordeel van multilateraal betalingsverkeer boven bilateraal betalingsverkeer (bilateralisme) is, dat in het tweede geval de betalingsbalansen tussen een land en de rest van de groep in evenwicht moeten zijn.
Dat betekent, dat bij een multilateraal betalingsverkeer de totale omvang van de internationale handel aanmerkelijk groter is dan bij bilateraal betalingsverkeer. De gouden standaard is een voorbeeld van volledige multilateralisatie van het betalingsverkeer tussen de landen die dit stelsel hebben aanvaard. Na de Eerste Wereldoorlog is men steeds meer hiervan afgezakt, tot reeds vóór de Tweede Wereldoorlog het bilateralisme vaste voet had gekregen. Na 1945 moest op dezelfde voet worden begonnen, maar men stelde pogingen in het werk om stap voor stap het multilaterale betalingsverkeer weer op te bouwen, o.a. middels het International Monetary Fund. Met het herstel van de convertibiliteit van de Europese valuta’s in de dollar kon ook het multilaterale handelsverkeer tussen de Europese landen en het dollargebied worden hersteld. Hierdoor werd het mogelijk, dat een land A, dat een betalingsbalanstekort op het dollargebied heeft, dit kan financieren met een betalingsbalanssurplus op een ander gebied (b.v. land B). De multilaterale financieringsketen wordt dan weer gesloten, doordat het gebied B, waarop men een surplus heeft, zelf weer een surplus heeft op het dollargebied.