Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Muls

betekenis & definitie

Jozef, Vlaams schrijver en kunsthistoricus, *12.7.1882 Antwerpen, †22.4.1961 Kapellenbos. Muls was advocaat.

Van 1930–40 was hij conservator van het Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen en vanaf 1940 directeur-generaal. Met Karel van den Oever stichtte hij het tijdschrift Vlaamsche Arbeid, waarvan hij van 1905–30 hoofdredacteur was. Van 1939–55 was hij hoogleraar kunstgeschiedenis te Leuven. Muls schreef Verzen (1912) en tal van kunsthistorische beschouwingen. Werken: Moderne kunst (1912), Steden (1913), Het rijk der stilte (1920), P.Brueghel (1924), Van El Greco tot het cubisme (1929), Melancholia (1929), Guido Gezelle, zijn grootheid en zijn macht (1930), Cornelis de Vos (1932), Deze tijd, beschouwingen over volk en cultuur (1933), Oude meesters (1934), Jacob Smits en de Kempen (1937), Memling (1939), Rubens (1940), Het portret in België van Navez tot Ensor (1942), Edgard Tijtgat (1943), Een eeuw portret in België (1944), De boer in de kunst (1946), P.P.Rubens, een levenskunstenaar (1956), Albert van Dijck (1957), Lodewijk de Vocht (1958).

< >