[eiland Mull, waar het voorkomt], een aluminiumsilicaat, 3 Al2O3.2SiO2.
Mulliet ontstaat bij het bakken van kleiprodukten (b.v. porselein, vuurvaste chamottestenen). De gedehydrateerde kleisubstantie ontleedt daarbij en het afgescheiden kiezelzuur vormt met de aanwezige vloeimiddelen een amorfe glasmassa (of kristalliseert als cristoballiet). Mulliet kristalliseert in fijne microscopische naalden. Hoewel de vorming bij 1000 °C begint, heeft een ontwikkeling van betekenis pas bij een temperatuur van 1200–1400 °C plaats. De in een glasfase ingebed zijnde naaldvormige kristallen maken de produkten sterker en verhogen de thermische en chemische weerstand.