bn. (-fer, -st),
1. onfris, enigszins bedorven riekend of smakend (door vochtigheid of schimmel); een muffe lucht; het ruikt hier muf; het brood is muf, de muffe stad, in tegenst. met het frisse buiten;
2. (fig.) saai, vervelend: een muffe boel;
3. (van personen), onfris, suf: muffe denkers.