m. (g. mv.), stijl in de beeldende kunst van de door de Spanjaarden onderworpen Moren (mudejaren).
Aan het eind van de 11e eeuw ontstond in Spanje de mudejarstijl, die een vermenging was van Moorse en westerse elementen. Als bloeitijd geldt de periode 13e-15e eeuw. Achtereenvolgens hebben het romaans, de gotiek, de renaissance en de barok invloed uitgeoefend op deze stijl die tot na 1568, toen de Moren uit Spanje werden verdreven, in zwang bleef. De mudejarstijl is decoratief (vlakke, kleurrijke versiering, stucwerk, arabesken) met een zeer sterke Moorse inslag in de siermotieven. Hij werd vooral toegepast in de architectuur. Voorbeelden zijn te vinden in Toledo, Zaragoza, Sevilla en Burgos.
LITT. F.Spalding, Mudejar ornament in manuscripts (1953); E.Lambert, Art musulman et art chrétien dans la péninsule ibérique (1958).