v. (-en),
1. het motiveren of het gemotiveerd zijn;
2. (recht) het aanvoeren van gronden voor een bewering, eis of beslissing ;
3. ook deze gronden zelf.
Motivering is een van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, die vooral in de rechtsbescherming van de burger een belangrijke rol spelen. De term kan tweeërlei inhoud hebben. Hij kan betekenen dat de belanghebbende recht heeft op een duidelijke mededeling en uiteenzetting van de motieven die de overheid tot de hem uitgereikte administratieve beschikking hebben bewogen. Daarnaast wordt er ook uit afgeleid, dat de gegeven motieven de beslissing moeten kunnen dragen, d.w.z. dat zij van die aard en omvang moeten zijn, dat de uiteindelijke beslissing daardoor gerechtvaardigd wordt.
De wet eist op straffe van nietigheid dat alle vonnissen de gronden waarop zij rusten inhouden, zowel betreffende de feiten als betreffende het recht (art. 175 Ned. GW, art. 97 Belg. GW). Dit is een vormvereiste, maar tevens een vereiste betreffende de inhoud van vonnissen. Doel van motivering is het inlichten van partijen, het waarborgen van deugdelijke rechtspraak, het geven van weloverwogen beslissingen en het leggen van een grondslag voor de behandeling in hogere instanties (hoger beroep en cassatie). Een vonnis dat niet of niet behoorlijk is gemotiveerd, is vatbaar voor cassatie wegens vormverzuim.
Gebrek aan motivering is niet alleen aanwezig als iedere motivering ontbreekt, maar ook als de overwegingen in het vonnis onbegrijpelijk, onvolledig of tegenstrijdig zijn, of als de uitspraak berust op een kennelijke vergissing. Ook arbitrale vonnissen en het merendeel der beschikkingen op verzoekschrift moeten met redenen zijn omkleed. Het vereiste van motivering geldt ook voor dagvaardingen, verzoekschriften en conclusies van eis en antwoord in burgerlijke procedures.