v./m., (ook: hepatopancreas), samengesteld klierorgaan, dat bij vele ongewervelde dieren (weekdieren, kreeftachtigen en spinachtigen) voorkomt als aanhangsel van de darm.
De middendarmklier heeft een veelzijdige functie. Zij kan enzymen afscheiden, waardoor fijngemaakt voedsel erin doordringt. Daarna kunnen de cellen bij sommige groepen (als tweekleppige weekdieren) fagocyteren; bij andere (inktvissen en kreeften) kan het orgaan niet fagocyteren, maar wel resorberen. Bovendien is de middendarmklier de hoofdplaats voor opslag van koolhydraten en vetten. Daarnaast is zij, evenals de lever bij gewervelde dieren een belangrijk stofwisselingsorgaan. Het orgaan vervult dus een combinatie van functies, die bij gewervelde dieren over lever en alvleesklier zijn verdeeld en kan bovendien nog resorberen, hetgeen alvleesklier en lever niet kunnen. Zie fagocytose, spijsvertering, resorptie.