m. (-laren, -s), bemiddelaar, scheidsman, tussenpersoon; m.n. als naam voor Christus, de Zaligmaker.
In de godsdienstgeschiedenis is de middelaar een figuur die bemiddelt tussen een godheid en een mens of groep mensen; vooral in de Semitische religies, die nadruk leggen op de afstand tussen de mens en de godheid. De aard van de bemiddeling kan zijn:
1. het overbrengen van een boodschap van de godheid, door b.v. een engel (= bode);
2. een offer door een profeet/priester opgedragen;
3. de voorbede ten behoeve van mensen (b.v. Abraham, Mohammed, heiligen in christendom en islam);
4. de algehele bevrijding van kwaad en leed (b.v. Jezus van Nazareth, de Christus).
LITT. E.Brummer, Der Mittler (2e dr. 1930).