[Lat., de Kleine], Martinus, Zuidned. calvinistisch theoloog, *1523 te Gent, ♱12 september 1559 te Norden. Micronius vluchtte in 1544 met Utenhove naar Straatsburg om de inquisitie te ontgaan, studeerde in Bazel medicijnen, maar werd in Zürich door Bullinger voor de theologie gewonnen.
In 1550 werd hij predikant bij de vreemdelingen-gemeente te Londen. In 1553 werd Micronius verbannen, en werd in 1554 predikant te Norden; in 1555 hielp hij Jan Laski bij de organisatie van de vluchtelingengemeente te Frankfort. In zijn talrijke geschriften dacht hij ten aanzien van de genade universalistisch; in de avondmaalsleer neigde hij sterk naar de opvatting van Zwingli. Werk: De christelijke ordinantiën der Nederl. ghemeinten te Londen (1554). Uitgave: door W.F.Dankbaar (1956).