[Gr., kleine eilanden], groep eilanden in het westen van de Grote Oceaan, bestaande uit de Marianen, Carolinen, Gilbert Eilanden, Nauru, Marshall Eilanden en Palau Eilanden. Het grootste deel van deze eilanden staat onder Amerikaans trustbeheer (Trust Territory of the Pacific Islands).
De Gilbert Eilanden zijn een Britse kroonkolonie. Nauru is zelfstandig.De bevolking (ca. 100000) is door veel migraties raciaal zeer gemengd. De Micronesiërs hebben een lichtbruine sen donker golvend haar en zijn nauw verwant met de Polynesiërs, maar meer mongoloïde. Zij voorzien in hun levensonderhoud met landbouw (knolgewassen, kokospalm) en visvangst; er is bovendien verbouw van wereldmarktprodukten (kopra). Het zijn uiterst bekwame zeevaarders (zeilkano’s met uitleggers) die een goede astronomische kennis hebben en zeekaarten bezitten van aan elkaar geknoopte stokjes, waarop zeestromingen en eilanden waren aangegeven. Er waren ook zeevaartscholen. De verwantschapsstructuur is matrilineair.
Er is traditioneel een indeling in standen: adellijk grootgrondbezit en horigheid van het volk. Het contact met de blanken leidde tot sterke bevolkingsafname. Tegenwoordig is weer enige bevolkingsgroei merkbaar. Invloed van missie en zending hebben het mannenhuis als religieus centrum verdrongen, maar het oude geloof, waarin voorouderverering en magie centraal stonden, is nog niet geheel verdwenen.
LITT. D.L.Olivier, The Pacific Islands (1952); A.F.Tetens, Among the savages of the South Seas (1958); N.MacArthur, Islands population of the Pacific (1968).