[Michell, fabrikant van een van de eerste typen], o. (—ken), lagerblok met een axiaallager werkend met het kantelblokprincipe.
In een michellblok wordt een horizontale as voorzien van een kraag axiaal gelagerd om krachten in de richting van de as te kunnen overbrengen. Michellblokken worden veel toegepast voor schroefassen van schepen. Hierbij treden grote krachten op. Een verticale oliefilm tussen evenwijdige vlakken van kraag en draagvlak van het lager is dan praktisch niet in stand te houden. In het michellblok werd daarom het draagvlak samengesteld uit een aantal kantelbare blokken. Als gevolg van de stuwdruk van de olie gaan deze kantelen, waardoor wig-vormige ruimten ontstaan tussen blok en kraag.
Hierin wordt de olie opgestuwd en kan dan een grote druk leveren. Bij scheepsschroeven worden ten behoeve van de achteruit aan de andere zijde van de askraag eveneens michellblokjes aangebracht om de tegengestelde axiale krachten door te leiden. Tegenwoordig zijn vaste axiale glijlagers in gestandaardiseerde maten verkrijgbaar, waarbij vaste michellkantjes nauwkeurig zijn aangeslepen.
Een michellblok werd in 1905 onafhankelijk van elkaar geconstrueerd door Kingsbury (VS) en Michell (Australië).