Henri Michaux, Belg. (sinds 1955) Frans schrijver, *24.5.1899 Namen. Michaux studeerde korte tijd medicijnen.
Hij maakte als matroos reizen naar Noorden Zuid-Amerika, later ook naar Afrika, Indië en China. Hij vestigde zich ca.1924 te Parijs, waar hij met de surrealisten omging. Michaux is een van de belangrijkste Franse dichters van de 20e eeuw. Zijn sombere, vaak moeilijk toegankelijke, metafysische poëzie houdt zich indringend bezig met een onderzoek van het innerlijk en is gericht op het onderbewuste en de wereld van de droom. Om beter inzicht in zijn eigen innerlijk te verkrijgen, deed Michaux proeven op zichzelf met narcotica (o.a. mescaline). Naast poëzie schreef Michaux reisboeken in een droge, ironische stijl en grotesk-humoristische boeken over reizen naar imaginaire landen.
Vanaf 1937 houdt Michaux zich bezig met schilderen en tekenen. Werken: poëzie: Qui je fus (1927), Mes propriétés (1929), Un certain Plume (1931), La nuit remue (1935), Voyage en Grande Garabagne (1936), Plume (1938), Sifflets dans le temple (1938), Peintures (1939), Au pays de la magie (1942), Exorcismes (1943), Ici Poddéma (1946), Ailleurs (1948), Passages (1950), Mouvements (1951), Face aux verrous (1954), Misérable miracle (1956), L’infini turbulent (1957), Connaissance par les gouffres (1961), Vents et poussières (1962), Les grandes épreuves de l’esprit (1966), Vers la complétude (1967), Façons d’éveillé, façons d’endormi (1969), Emergences et résurgences (1973), Moments (1973), Bras cassé (1973), Moriturus (1975), Face à ce qui dérobe (1976); proza: Écuador (1929), Un barbare en Asie (1933, Ned. vert. Barbaar in Azië, 1976), Nouvelles de l’étranger (1954).
LITT. R. Bréchon, Michaux (1959); R. Belloux, H. Michaux (1965); N. Murat, H.Michaux (1967); F.J.
Shepcer, The créature from within (diss. 1968); R. Bertelé, H. Michaux (herdr. 1973).
