Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Michaël (Hebr.)

betekenis & definitie

[Hebr. mika'el, wie is als God?], volgens het NT (Judas 9) een van de aartsengelen. Volgens de daar aangehaalde overlevering (vergelijk Judas 14-15) en een apocalyptisch geschrift dat verloren ging (Mozes’ hemelvaart) streed Michaël met de satan om het lijk van Mozes.

Ook in Openb.12,7 wordt hij voorgesteld als overwinnaar van de draak of satan. Zoals de joden in hem de beschermer van hun volk zagen (Dan.10,13/21; 12,1), zo werd hij door de christenen beschouwd als beschermer van de Kerk. Zijn figuur wordt bij het syncretisme dooreengehaald met Hermes e.d. Verschillende feesten werden te zijner eer ingesteld, waarvan het oudste oorspronkelijk op 30, later 29 sept. werd gevierd.In de iconografie wordt Michaël voorgesteld als engel blootshoofds, barrevoets en gevleugeld, in onderscheiding met de andere drakendoder, de ridder Sint-Joris (Georgius), die doorgaans gewapend te paard wordt afgebeeld. Soms ziet men Michaël met rijksappel en staf. Hooggelegen kapellen werden vaak aan hem gewijd, o.a. die in kerktorens (b.v. in de domtoren van Utrecht).

LITT. W. Speiser, Sankt Michael in der Kunst (1947); G. Kehnscherper, Michael, Geist und Gestalt (1957).

< >