Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

mezzotint

betekenis & definitie

[ltal. mezzo tinto], v./m. (-en),

1. (schilderkunst) halfschaduw, middelkleur;
2. (graveerkunst) zwartekunst, zwartekunstprent .

Mezzotint is een diepdruktechniek, die ca. 1640 door de toen in Nederland wonende L. von Siegen werd uitgevonden. Bij deze techniek wordt evenals bij de droge-naaldgravure direct in de plaat (van koper of van een ander zacht metaal) gekrast, waardoor braam ontstaat. Deze braam (een langs de verdiept liggende lijn opstaand randje met scherpe krulletjes) houdt bij het ininkten van de plaat de inkt vast, zodat op die plaatsen op het papier een fluwelige, donkere afdruk komt. Al spoedig ging men een wiegijzer gebruiken, waardoor men op een gelijkmatige wijze een gehele plaat van braam kon voorzien. Door de braampuntjes en -haakjes door middel van polijst-of schraapstalen te bewerken en plaatselijk weg te slijpen, kan men verschillende lichteffecten in de afgedrukte tekening verkrijgen. In zeer korte tijd kwam de mezzotint in de Noordelijke Nederlanden tot grote bloei.

Meesters waren: A. Blooteling, de gebroeders Vaillant, C. Dusart en de gebroeders Verkolje. In de 18e eeuw raakte de techniek in onbruik. In Duitsland valt de grootste bloeiperiode ongeveer samen met die in Nederland, maar er waren slechts weinig belangrijke kunstenaars. Omstreeks 1670 ontdekte men in Engeland de mezzotinttechniek en al spoedig werd hier de mezzotint virtuoos en op grote schaal toegepast.

Belangrijke kunstenaars waren: J. Smith, J. McArdell, J. Watson, W. Dickinson, J.R. Smith, R.

Earlom, R. Houston, W. Ward en C. Hodges. In Engeland bleef de mezzotint ook veel langer in de mode dan elders. In Vlaanderen hebben W.

Vaes, J. Verdegem en R. de Coninck zich af en toe met de mezzotint beziggehouden. Tegenwoordig wordt de mezzotint nog bijna alleen toegepast in Japan.

LITT. H. van Kruiningen, Techniek van de grafische kunst (1966); W. Chamberlain, Etching and engraving (1972).

< >